FAQ
Automatische verlichting/verschil tussen aanwezigheidsmelder en bewegingsmelder
Wat is het verschil tussen aanwezigheidsmelders en bewegingsmelders?
Bij de passieve infrarood-observers maakt men onderscheid tussen de volgende productfamilies:
- Bewegingsmelders (ook observers genoemd)
- Aanwezigheidsmelders
Beide apparaatconcepten hebben met elkaar gemeen dat bij de detectie van bewegingen verlichting afhankelijk van de lichtsterkte wordt ingeschakeld.
De verschillen tussen de concepten zitten hem echter in de gebruikslocatie en het uitschakelgedrag.
Zo worden aanwezigheidsmelders doorgaans voor montage in plafonds van kantoren ontworpen en schakelen zij de verlichting uit als deze niet meer nodig is, bijvoorbeeld omdat het te licht is of omdat er niemand meer aanwezig is. Tijdens de inschakelfase wordt de lichtsterkte gemeten en geëvalueerd. Een aanwezigheidsmelder moet ook kleine bewegingen, die typisch zijn voor kantoorwerk, detecteren en heeft hiervoor een zeer scherp detectieveld en gevoelige sensoren nodig.
Bewegingsmelders worden gebruikt voor het bewaken van gangen, toegangswegen, opritten enz. De hier te detecteren bewegingen zijn veel duidelijker en energetischer en kunnen daarom eenvoudiger worden herkend.
Anderzijds zijn er buiten veel meer storende factoren, die een observer niet verkeerdelijk als bewegingen mag herkennen. Het reactiegedrag van observers wordt voor dit doeleinde geoptimaliseerd. Observers worden pas uitgeschakeld wanneer er geen beweging meer wordt herkend, maar in dit geval onafhankelijk van de lichtsterkte.
Het belangrijkste doeleinde van een bewegingsmelder is dus het inschakelen van een verbruiker bij bewegingsdetectie, bijvoorbeeld om een verkeersweg te beveiligen. In tegenstelling daartoe schakelt een aanwezigheidsmelder verlichting juist uit om energie (en dus kosten) te besparen.
Aanwezigheidsmelder | Automatic-schakelaar | |
Inschakelgedrag | Afhankelijk van lichtsterkte | Afhankelijk van lichtsterkte |
Uitschakelgedrag | Afhankelijk van lichtsterkte | Onafhankelijk van lichtsterkte |
Relevante producten

Bewegingsmelder voor buiten
Bewegingsbesturing voor grote en kleine percelen. ✓Automatische lichtbesturing ✓Montage aan muur en plafond

Bewegingsmelders voor lichtbesturing - Gira
Vergeten het licht uit te doen? Geen probleem dankzij de bewegingsmelder. ✓Reageert op beweging ✓Energie besparen ✓Bekroond design
Vergelijkbare vragen
Als uw bewegingsmelder niet meer uitschakelt, kan dit meerdere oorzaken hebben. U kunt zelf alle bewegingsmelders die zich in het systeem bevinden eens afdekken. Als alle melders zijn afgedekt en het licht na de ingestelde tijd uitschakelt, bevindt zich vermoedelijk een warmtebron in het detectiebereik van een melder.
Als deze maatregel niet het gewenste resultaat oplevert, neem dan contact op met uw elektrotechnisch installateur, die u graag verder helpt om het probleem te vinden. De zoekfunctie voor dealers vindt u hier.
Lichtbronnen als gloei- en halogeenlampen worden ontwikkeld voor een straling in het zichtbare bereik (ca. 400 tot 800 nm), maar geven het grootste gedeelte van de toegevoerde energie af in de vorm van warmtestraling. Ook gasontladingslampen, bijvoorbeeld tl-buizen, geven door hun gloeidraad een niet te verwaarlozen stralingswarmte af. De intensiteit van deze warmtebronnen is veel hoger dan de warmtestraling van de mens (zie afb. 1: warmtestralingsintensiteit van lampen). Wanneer een gloeilamp bijvoorbeeld in het detectieveld van observers wordt gemonteerd, kan het uitschakelen van de lamp (de lamp koelt op dat moment af) door de observer als warmteverandering worden geregistreerd. Omdat een PIR-observer niet de oorsprong van een warmteverandering kan vaststellen, schakelt hij weer in. Om zo’n “lichtschommel” te vermijden, zijn de meeste observers voorzien van een vergrendelingstijd. Bij het uitschakelen van de lampen is de bewegingsdetectie voor ca. 3 seconden vergrendeld. Pas na afloop van deze tijd kan er weer beweging worden gedetecteerd (zie afb. 2: vergrendelingstijd bij het uitschakelen). Let op: lampen zijn na drie seconden niet altijd volledig afgekoeld, daarom moet er in elk geval voldoende afstand tussen de observer en de lamp worden gehouden. Indien niet anders mogelijk, moet het detectieveld van de observer door afdekstroken worden beperkt of de gevoeligheid worden verminderd (voor zover mogelijk).
Buiten kunt u onze bewegingsmelders TX_44 met een inbouwhoogte van 2,20 m gebruiken. De melders voor 1,10 m inbouwhoogte zijn hier niet geschikt, omdat de melders geen natuurlijke beperking hebben. Hierdoor kunnen eventueel foutieve activeringen optreden.
Aanwezigheidsmelders bieden talrijke functies om verlichting te automatiseren. Centraal staat de betrouwbare registratie van bewegingen. Een aanwezigheidsmelder gaat echter verder dan een pure bewegingsregistratie en schakelt bijvoorbeeld het licht afhankelijk van warmtebeweging en omgevingslichtsterkte in. Bij voldoende licht wordt ondanks beweging geen licht ingeschakeld.
Heeft u niet kunnen vinden wat u zocht?
Stuur ons
een aanvraag
Stuur ons een e-mail.
Wij zullen zo snel mogelijk
schriftelijk antwoorden.