Externe alarmmiddelen zijn weergaven van een alarmtoestand ter plaatse.
Het alarm heeft in principe twee taken:
Bij VdS-installaties mag de plaatselijke alarmering alleen in combinatie met een telefoonkiezer worden uitgevoerd.
Een blokslot wordt in plaats van een gebruikelijk grendelslot in de huisdeur geplaatst. Het wordt bediend via een gebruikelijke sluitcilinder. Door het blokslot kan de deur worden geopend en gesloten en tegelijkertijd de alarminstallatie worden in- en uitgeschakeld. Meestal wordt de deur door een keer omdraaien van de grendel mechanisch afgesloten. De tweede keer omdraaien schakelt de alarmcentrale in. Voor het inschakelen is informatie vereist of de installatie gereed voor inschakeling is, dus of alle melders zijn gesloten. Als dit het geval is, wordt in het blokslot een spoel onder stroom gezet die het tweede omdraaien van de grendel mogelijk maakt. Als de alarminstallatie nog geen vrijgave voor inschakeling heeft verstrekt, bijvoorbeeld omdat er nog een raam openstaat, wordt het tweede omdraaien van de sleutel mechanisch geblokkeerd. De informatie gereed voor inschakeling wordt door de bijbehorende alarmcentrale aan het blokslot gemeld. Het inschakelcontact van het blokslot wordt eveneens met de bijbehorende alarmcentrale verbonden. Overeenkomstig kan de beveiligde zone ook pas worden betreden als de alarmcentrale via het blokslot is uitgeschakeld.
Als voor het beveiligingsbereik “Fail-safe” wordt geprojecteerd, kan dit menupunt alleen met de installateur-pin (default 1234) worden ingesteld.
Eerst moet de gebruiker “Administrator” (default 0001) de gebruiker “Installateur” activeren op de draadloze bedieningseenheid onder de “Gebruikersinstellingen”.
Nee, het Gira beveiligingssysteem Alarm Connect vereist altijd een draadloze bedieningseenheid.
Stuur ons een e-mail.
Wij zullen zo snel mogelijk
schriftelijk antwoorden.