Interview Sauerbruch Hutton: Gira nieuwbouw

Onderzoek en productie zijn geconcentreerd op een locatie die kan blijven groeien en flexibel is afgestemd op de uitdagingen van de toekomst. Over industriële bouw en bouwcultuur in het algemeen praten we met de partners Mareike Lamm en Konrad Opitz. 

Konrad Opitz: Tranen van vreugde (lacht). De zelfverzekerde en gevoelige integratie in het landschap door middel van gedifferentieerde kubusvormen en een visueel oplossend kleurconcept was voor ons een belangrijk punt van zorg; het gebouw wordt positief waargenomen en versterkt het merkimago van Gira. En de tevredenheid van de gebruikers met de door ons gecreëerde ruimten maakt ons trots. 

Konrad Opitz: Precies. In het algemeen is het uiterlijk van een gebouw relevant voor de acceptatie  in de context van de omgeving waarin het wordt gebouwd. Grote projecten als dit van Gira leiden er vaak toe dat het gebouw in zijn omgeving als een vreemd voorwerp wordt waargenomen. Ook bij dit project was het voor ons van essentieel belang dat het gebouw harmonieus in zijn omgeving past. Op dit punt verschilt de benadering van de planning van een industriële bouw niet van die van andere gebouwen in ons portfolio. De omgeving bepaalt de schaal. 

Mareike Lamm: Het ging om een manifestatie van de identiteit als designgerichte onderneming in het gebouw, dus om de architectonische uitdrukking van de houding van Gira om alle werknemers dezelfde waardering te geven. Bovendien moesten we de complexe logistiek onder controle krijgen op een locatie die modulair uit te breiden moest zijn. 

Konrad Opitz: ... een ingang voor iedereen en een gemeenschappelijke kantine op de ontwikkelingsetage. 

Mareike Lamm: Een goed ontworpen industriegebouw moet tegenwoordig zodanig zijn ontworpen dat het veelzijdig en efficiënt kan worden gebruikt. Afgezien van een enkele branches, is het in Duitsland nog niet gebruikelijk om de vormgeving van een gebouw als een merkimago te gebruiken. 

Mareike Lamm: Het ontwikkelen van de passende architectuur is een uitdaging die we als vormgevers natuurlijk graag aangaan. Dit geldt niet alleen voor de visuele eisen aan het gebouw. Voor ons betekent het net zo goed dat de gebruikersvoorwaarden op duurzame wijze worden geïnterpreteerd. Als er programmatische koppelingen beschikbaar zijn voor uitbreidingen of herexploitatie van een gebouw, is het voor de gebruiker makkelijker om te reageren op veranderingen van de markt. 

Konrad Opitz: Deze ruime, urbane gebieden bieden vele mogelijkheden. Ontstaan uit toeval en weinig planning is er sprake van een ongekende experimenteerruimte bij toenemende druk tot verdere verdichting van opengelegde en in grote mate afgesloten oppervlakken. Er ontstaan nieuwe thema's, een mix met andere mogelijkheden van gebouwen, levens- en werkmodellen. 

Mareike Lamm: Met hybride gebouwtypes worden historische voorbeelden benaderd, waarbij bijvoorbeeld ambachten en wonen in ruimtelijke symbiose altijd al goed samengingen. Bovendien is er de eis dat gebouwen zowel tijdens de bouwfase als tijdens het gebruik zo duurzaam mogelijk moeten kunnen worden gebruikt. Elke creatieve interventie in de tussenstad biedt dus de impuls om er een kwalitatief beter, individueel ingericht stadslandschap in de overgang naar het landschap te creëren. Voorwaarde is echter dat verdere oppervlaktebelasting door milieubewuste regelgeving wordt voorkomen. Dat zorgt voor de nodige druk en, zoals we allemaal weten, leidt druk tot dichtheid.